“Kijk naar boven en word wakker”

“Kijk naar boven en word wakker”

Midden in de nacht spraken de Grootmoeders tot me en leidden me vervolgens de donkere tuin in. “Er wordt diepgaand van je gehouden“, zeiden ze. “Zo diepgaand“, ze schuddend hun hoofden in bewondering.
 
In de kern van je bestaan, in de ruimte tussen je ademhalingen ben je barstensvol gevuld met liefde. Dit is de waarheid“, zeiden ze. Dit is wat is. Liefde. Niet de daden van de wereld. Niet het drukke komen en gaan. Dat is niet de realiteit“, ze schudden hun hoofden.
Dat is slechts voorbijgaand theater – het verandert van uur tot uur, niets dan gebakken lucht“, ze gooiden hun handen in de lucht.
Wat je diep van binnen voelt over omvat en vastgehouden worden, dat is echt. We hebben gewacht tot je dat in eigendom neemt. Neem het nu in eigendom.”
 
“Als we naar voren komen om tot je spreken zoals we nu doen, weet je zelden wat we gaan zeggen“, lachten ze. “Onze berichten lijken je te overvallen en onze woorden verrassen je. Dit is hoe het bedoeld is te zijn, knikten ze. “We zijn tenslotte niet je gedachten. WIJ zijn op geen enkele manier begrensd en echt waar, dat ben jij ook niet… maar jij weet dat nog niet. Je denkt dat je ‘deze ene’ bent, deze losstaande ene en alleen maar ‘deze ene’. Nee, nee, nee!” riepen de Grootmoeders uit. “Word je nu bewust van de stroom – de flow van je bestaan. Je bent onbegrensd.”
 
“We gingen zojuist naar buiten, de tuin in en keken naar boven naar de nachtelijke hemel“, zeiden ze. “We hebben jou daar mee naartoe getrokken zodat je zou kijken en nog eens zou kijken. De nachtelijke hemel zal je iets leren. Het is de onmetelijkheid zelve. Onbegrensd. Dit is JOUW natuurlijke staat van zijn, die je ziet. Als je daar naar opkijkt, zie je jezelf. Je bent verwant met de nachtelijke hemel. De hemel laat je jezelf zien.”
 
“Hoe kun je dan nog lijden?“, vroegen ze. “Hoe kun je je eenzaam voelen als JIJ het bent waaruit de nachtelijke hemel bestaat? Waar is eenzaamheid?” vroegen ze. “Waar is pijn? Afgescheidenheid? Jij, die het geweldige Weefsel van Bestaan vormt, vertel het ons.”
 
“Het is tijd voor je om jezelf te gaan kennen. Om je onmetelijkheid in eigendom te nemen. Weet je,” glimlachten de Grootmoeders lieflijk, “je omvat dit alles. Je omvat alles in de Grote Omhelzing. Hoe kun je het dan verdragen om jezelf te plagen met deze gedachten over beperkingen en gebrek?” vroegen ze, terwijl ze in verbazing hun hoofden schudden. “Wat een nonsens!”
 
“Adem de nachtelijke hemel in“, verordonneerden ze. “Begroet je familie – de sterren – en smelt samen met het geruststellende blauw-zwart van de ruimte. Kijk naar boven en word wakker. Het is tijd.